Offshore
11 september 2020 - Vinjefjorden, Noorwegen
Vrijdag 11 september
Offshore
De “offshore”-activiteiten draaien hier in Kristiansund al op volle toeren. In verband met de vroeg vertrekkende helikopters richting de booreilanden en windmolenprojecten staat het ontbijt in het hotel al vanaf 05:00 uur klaar voor de vroege zeegangers. Kennismaken met deze maritieme werknemers zit er niet in, omdat ik besluit om pas om 8:00 uur aan het ontbijt aan te schuiven. Met een royale keuze uit alle uitgestelde smaakvolle producten, moet ik een goede basis kunnen leggen voor deze dag van bussen, varen en vooral klimmen. Na het opnieuw afscheid nemen van het Klippfisk-vrouwtje aan de haven, dat zelfs op alle rioolputten staat afgebeeld, brengt de eerste bus mij met nog drie reizigers naar het eerste transferpunt. Vanaf daar brengt de tweede bus me naar de bestemming Vinjeøra. Wat werkt mijn verbazing, deze bus heeft geloof ik alle Noren vanaf de westkust verzameld, om ze vervolgens richting Trondheim te brengen. Niks geen privacy, niks geen één meter, niks geen mondkapjes. Gewoon gezellig allemaal naast elkaar in de bus. Besmettingsgevaar door rondzwevende aerosolen als gevolg van het praten met elkaar, blijft tot een minimum beperkt. Iedereen zit namelijk zwijgzaam te luisteren naar zijn of haar favoriete muziek via de oortjes of koptelefoon, te slapen of zoals ik te genieten van het uitzicht op de bergen en de fjorden. Tegen 13:00 uur druk ik op de knop “stop” om de chauffeur eraan te herinneren dat ik niet naar Trondheim meereis, maar in Vinjeøra als enige reiziger deze mensenconcentratie zal verlaten. Vanaf nu staat er een klim te wachten naar de hut Sollia, gelegen op 310 meter boven het fjord. In het dorp passeer ik de school waar net een hele klas leerlingen uit een andere bus stapt. Ze komen terug van een kampweek in de bergen. Sommige vliegen bepakt met rugzak en met hun modderige bergschoenen in de armen van een opwachtende ouder(s). Anderen hebben de uitstraling van “dat had nog wel wat langer mogen duren in de berghut”. Ik maak me klaar voor de aanval op de berg. Met een banaan als eerste energiebron ben ik voorbereid op vijf uur klimmen, soms een beetje dalen, maar dan toch weer verder klimmen. Het trio regenkleding: rugzakhoes, regenbroek, regenjack, mag na ruim twee uur lopen tevoorschijn gehaald worden. Het aandoen gaat steeds sneller door het helaas frequent herhalen gedurende de afgelopen dagen. De route door het bos maakt razendsnel hoogte. Eenmaal boven de boomgrens, loopt mijn hoogtemeter minder snel op. Vanaf het hoogste punt, 467 m boven het fjord, heb ik een “vue general” over de gehele omgeving. De hut mag wat mij betreft nu toch wel in beeld komen. Het effect van de banaan en later de Kvikk-chocoladereep zijn zo langzamerhand wel uitgewerkt. Eindelijk, daar staat de hut Sollia! Geen ontvangstcomité. Ook hier is de laatste week niemand geweest. Na het ontdoen van alle vochtige kleding, heb ik lekker de houtkachel opgestookt en kwartier gemaakt. Ik geniet van de warmte, de rust en de laatste “Adventure Food-maaltijd” uit mijn rugzak. Met kaarslicht, ledverlichting van de zonnepanelen en het knetterende vuur in de kachel, komt het einde van deze dag in zicht. Morgen belooft redelijk zonnig te worden en dat is de reden waarom ik hier ben! Inmiddels verblijf ik op 310 meter hoogte ver “van de kust”, maar nog steeds verbonden met de zee door het zicht op het oostelijkste punt van het Vinjøfjord.
Erg fascinerend allemaal om te volgen, Ronald!
Respect en CHAPEAU voor jouw talenten en moed op jouw solotoer, nagenoeg althans, op de quarantaine na, toch?
Nog een fijne voortzetting!
Veel plezier verder
Hopelijk een paar dagen zonder nattigheid. Veel groetjes